Frank Judo, Kandidaat Stafhouder
Niets is zo onvoorspelbaar als de toekomst. Ook daarom is het een illusie te denken dat je voor een mandaat van twee jaar een programma kan schrijven, dat aan het einde van dat mandaat netjes afgepunt kan worden. Onze balie functioneert in een ruimere context en krijgt gezag door samen te werken met andere actoren, binnen en buiten de wereld van het recht. En daarenboven komen er keer op keer onverwachte evoluties aan, waarop zo adequaat mogelijk gereageerd moet worden.
Eerder dan een programma, stel ik u dus richtsnoeren voor. Die komen u misschien bekend voor, want ik presenteerde ze vorig jaar al in een lichtjes andere vorm, toen ik kandidaat vicestafhouder was. Een jaar meedraaien in de organen van de Orde liet me toe ze bij te stellen waar nodig. Het is ergens geruststellend dat ze niet moeten worden bijgesteld op hoofdlijnen – of wijst ons dat net op de hardnekkigheid van een aantal problemen?
6 stellingen over advocatuur
01
Een mooi beroep
Hebben we het mooiste beroep van de wereld? Ik zou het niet weten, ik heb er nooit een ander uitgeoefend. Dat ons beroep noodzakelijk is, staat als een paal boven water. Sommigen zeggen dat het een noodzakelijk kwaad is. Zo heb ik het nooit ervaren, wel als een plek waar men evenwicht kan vinden – en dat is nooit een eenvoudige opgave. Dat geldt zeker in tijden waarin de basisbeginselen van de rechtstaat aan vanzelfsprekendheid lijken te verliezen. Als advocaten hebben wij op dat vlak in eerste instantie een pedagogische taak: we moeten mensen ervan overtuigen dat die beginselen zinvol zijn. En als wij ze niet kunnen overtuigen, wie dan wel?
02
Maatschappelijk betrokken
Zijn we populair als advocaten? Neen, en dat is een geluk. We moeten er ook niet naar streven de publieke opinie achterna te lopen, want die loopt altijd sneller dan wij. Wel moeten we ervoor zorgen gedragen te blijven door de samenleving en dat vereist ook van onze kant maatschappelijke betrokkenheid. Advocaten zijn her en der geëngageerd en bieden meerwaarde, ook buiten de juridische wereld. Dat is geen extraatje, maar behoort tot onze maatschappelijke verantwoordelijkheid.
03
OVB en Balie Brussel
Een klassieke vraag betreft onze verhouding met de OVB. Daarover wil ik heel duidelijk zijn: we hoeven het niet altijd eens te zijn om elkaar te versterken. Verhaaltjes over een eigen Brusselse lijn kunnen leuk zijn aan de borreltafel, maar helpen ons niet verder. Vlotte en loyale samenwerking met de OVB heeft overigens nooit andere vormen van samenwerking in de weg gestaan. Met name de samenwerking met de Franse Orde verloopt vandaag op een volwassen en nuchtere wijze, en dat moet zo blijven. Ik verheug me bijzonder op de samenwerking met Marie Dupont, die ik het vorige jaar in verschillende dossiers mocht leren kennen en waarderen. Samenwerken is voor mij een en-en-verhaal.
Contact
Bent u het niet eens met mijn zes stellingen? Hebt u een vraag of een suggestie? Wilt u graag iets bespreken?
Ik hoor het graag, u mag mij altijd contacteren op:
04
Ambitieus en vol zelfvertrouwen
Ik droom van een advocatuur die blijk geeft van een terecht zelfvertrouwen. Die weet wat ze kan en zich dus niet nodeloos bedreigd voelt. Die ook weet wat ze niet kan en dus anderen een plaats onder de zon gunt. En die vooral als ambitie heeft goed te doen wat ze kan doen.
05
Een onvergelijkbare microkosmos
Onze Brusselse balie blijft een onvergelijkbare microkosmos waarin de vele vormen waaronder men advocaat kan zijn gestalte kunnen krijgen. Eenpitters en grote structuren, zakenadvocaten en paleisadvocaten, stedelingen en landelijke advocaten, ze vinden allemaal een plaats in onze Orde. Zo herinneren we elkaar eraan dat onze eigen manier van werken niet alleenzaligmakend is, maar slechts een aspect van een groter verhaal. Een en ander dwingt ons ook rekening te houden met andere facetten van ons beroep. Dat kan ons enkel sterker maken.
06
Een vlotte Brusselse rechtsbedeling
Ook voor wie niet elke dat op het Justitiepaleis komt, is de toestand van de rechtsbedeling in het Brusselse een bron van ongerustheid. Kan een stad waar men jarenlang moet wachten op een pleitzitting aanspraken hebben om de juridische hoofdstad van een land en zelfs van Europa te zijn? Als we die situatie tot het verleden willen zien behoren, zullen alle belanghebbenden hier hun schouders onder moeten zetten: het beleid, de magistratuur maar ook de advocatuur zelf. Wegkijken is niet de stijl van de advocatuur. Vluchten achter eenvoudige slogans evenmin.